Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er was [33]alle beeltenis van kruipende dieren en [34]verfoeilijke [35]beesten, en van alle [36]drekgoden van het huis Israels, [37]geheel rondom aan den wand [38]gemaald. 33. Dat is, van allerlei soort der gedaanten, beeltenissen of gestalten. Het woord alle is dikwijls zo genomen. Zie Gen.7:14, alzo hier in het volgende. 34. Hebreeuws, beesten der verfoeiing; dat is, die verfoeilijk zijn, te weten niet alleen omdat enigen niet mochten gegeten worden, Lev.11:, maar omdat zij allen in het gebruik van hun godsdienstige eer te bewijzen voor God een gruwel waren, Deut.27:15. 35. Het Hebreeuwse woord betekent viervoetige dieren, niet alleen tamme, maar ook wilde, en voornamelijk die van enige grootte zijn. Zie Gen.6:7. 36. Zie Lev.26:30. 37. Hebreeuws, rondom, rondom. 38. Te weten of door schilderij, of door gravering.